Arcadia is volop in beweging, ook tijdens de voorbereidingen voor Arcadia 2025. Meld je aan voor onze nieuwsbrief en blijf op de hoogte!

This world needs PAFFF

25 mei 2022
This world needs PAFFF

PAFFF (Performing Arts Festival, van 27 mei- 19 juni in De Harmonie) is een belofte. Volgens Max-Philip Aschenbrenner.  

Een belofte van iets magisch dat zal gebeuren. Voor Arcadia schreef hij dit essay waarin hij nieuwe vormen van theater ziet als het alternatief tegen een wereld verscheurd door wapengeweld, de klimaatramp en het patriarchaat.

Maar PAFFF kan ook het geluid zijn van een pistoolschot, dat schoot over de vele strijdplekken in de wereld van vandaag, die verscheurd wordt door oorlogen en bruut geweld. Staten die zichzelf afficheren als democratisch brokkelen af, niet alleen in Europa, maar wereldwijd. Volgens de Atlas of Civil Society 2022, die begin april uitkwam, wonen 6,9 miljard mensen, 88 procent van de wereldbevolking, in landen waar de overheid fundamentele rechten inperkt en critici onderdrukt. 

Niet alleen op platte en directe manier, zoals de LGBTIQ+-vrije zones in Polen of de politici die kunstenaars en publiek fysiek aanvallen, onlangs in Noorwegen en Zweden, maar ook op subtielere wijze. Nieuwe surveillancewetten in Duitsland die strenger zijn dan die uit de jaren dertig, of spionagesoftware op de telefoons van politieke tegenstanders zoals in Spanje en Griekenland zijn de echte bedreiging voor hoe autonome burgers denken. Nederland behoort nog steeds tot de happy few van de 12 procent waar mensen en opvattingen vrij kunnen circuleren, met amper beperkingen. Maar bij dat voorrecht hoort verantwoordelijkheid.

De Europese kunstwereld is altijd een elitair circuit geweest, geworteld in de traditie van burgerlijkheid, en ook hierin heeft Nederland een belangrijke rol gespeeld. Door de nieuw verkregen productiemiddelen uit de kolonies en de inkomens die daaruit voortkwamen konden de heren in het thuisland zich ontspanning veroorloven, vrije tijd en zich onderdompelen in schoonheid. Filantropie, het subsidiëren en steunen van de kunsten was een belangrijk onderdeel van de groeiende macht in de strijd om wereldheerschappij. Door de vroege Nederlandse koloniale uitbreiding op het Afrikaanse continent en in het Azië van vandaag ontstond de zogeheten eerste schilderschool van Europa, zo ontstond het eerste artistieke milieu van makers, kopers, experts enzovoort. En tot op de dag van vandaag zijn kunst-biënnales, handelsmarkten en vernissages in musea ontmoetingsplaatsen voor de rijken en de machtigen. Kunst is altijd gebruikt (of misbruikt) voor een nationale, economische, zelfs persoonlijke agenda en om verschillen weg te poetsen.

,,Als cultuur de regel is, moet kunst de uitzondering zijn’’, zegt Fritz Lang, de Duitse filmregisseur en maker van Metropolis, die zichzelf speelt in Le Mépris van Jean-Luc Godard. Die de film niet alleen regisseerde, maar er ook in speelt als Langs assistent. De waren betekenis van dat citaat  is pas duidelijk wanneer theater, of juister: de uitvoerende kunsten (performing arts) erbij betrokken worden. Kunst die niet alleen met de ruimte werkt, maar ook met de tijd, kunst die geen objecten voortbrengt maar kunst die een licht werpt op ervaringen, kunst die vluchtig en overbodig is.  

De laatste jaren lijken veel instituten dat kernelement van het optreden te zijn vergeten. Anderzijds worden van muziek en ervaringen goederen gemaakt die verkocht kunnen worden. De jongste editie van de biënnale van Venetië zat vol met zulke uitvoeringen, die erop wachten om tot product gemaakt te worden, terwijl de spontane, scherpe politieke happenings voor het gesloten Russische paviljoen werden stopgezet door dezelfde galliërs die de officiële optredens organiseerden. 

Er lijkt een dialectiek te zijn in de kunst die historisch van aard is. We richten ons nogmaals op het theater, in Europa even oud als de democratie zelf, van de Atheense polis, door de middeleeuwse stadstaten tot de natie-staat: in de opmars van de geschiedenis is het de vaste metgezel geweest van de politiek. De meeste theaterinstellingen stammen uit een tijd van sterke nationalistische en territoriale ideeën – ze zijn simpel te herkennen aan hun merk-logica, vaak zit daar de naam van een stad of land in. Tegelijkertijd waren theaters altijd een ruimte voor de gemarginaliseerden, de niet-vertegenwoordigden, degenen die weigerden op te gaan in het verheven bouwwerk van democratische structuren: geesten en de natuur, de doden en de ongeborenen, de ballingen en de buitenlanders, de voor-, na- en niet-taligen. 

Wat op het eerste gezicht een tegenstelling lijkt, moet bekeken worden met de theater-eigene structuur van de aanroeping in gedachten. De staat definieert en organiseert de gemeenschap van de levenden. Dat is een gemeenschap van mensen die spreken over wat ze gemeen hebben. De processen en procedures die daarbij ontstaan zijn ook van invloed op de mensen die daarbij afwezig zijn, die geen taal hebben om eraan deel te nemen. En daarom vochten zijn voor een centrale plaats in de maatschappij. Politiek is niks anders dan de herverdeling van auteurschap tijdens het vormen van een gemeenschap. Theater is altijd voor de doden geweest, lang leve het theater.

Ondanks hun sterke eigen identiteit en hun eigen taal, zijn Leeuwarden en Friesland in die zin altijd een kern geweest van zowel Nederlandse als Europese cultuur. In het Nederland van nu, waar de sociale instellingen en de staat verzwakt zijn door de neoliberale hervormingen van de late twintigste eeuw, kunnen cultuur en de kunsten amper nog ademhalen. Maar toch besluit dit ene Gallische dorpje in het Noorden tegen die ontwikkeling in te gaan, en maakt een nieuwe, gulle ruimte waar kunstenaars en publiek elkaar ontmoeten en uitwisselingen houden, een plaats waar mensen uit Friesland, Nederland en de hele wereld bijeenkomen en samen kunnen zijn. 

Deze honderd daagse ruimte vol activiteiten heet Arcadia, als de utopische plek die velen probeerden te bereiken maar die niemand ooit zag. De in Leeuwarden geboren kunstenaar M. C. Escher is peetvader voor een andere definitie van de kunst in die specifieke, plaatselijke betekenis. Kunst is niet alleen een doel om naar te streven of zelfs maar het verlangen om te creëren, noch is het simpelweg en toch scherp het onmogelijke. En waar moeten we in de tijd waarin we leven anders naar streven dan naar het onmogelijke.

De ineenstortende ecologie van de planeet, het verbrokkelen van de principes van menselijke empathie en begrip, het verlies van het vertrouwen in een wereldwijde samenleving, dat zijn feiten die we onder ogen moeten zien en in plaats van daar depressief of kwaad van te worden, is de houding van Arcadia het tegenovergestelde. Het omarmt deze kans en probeert er deel van uit te maken, in plaats van dat het verandert omdat het niet anders meer kan. In die zin maakt het project deel uit van een nieuwe, glokale werkelijkheid, waarin de randgebieden, niet de grote centra, manieren van leven en werken lijken aan te bieden die duurzamer zijn, meer gericht op de toekomst, Manieren om gezinnen te stichten en te beginnen met het maken van een nieuwe wereld met nieuwe plannen. Misschien is dit altijd wel zo geweest, dat het dorp en niet de stad ons tot bloei brengt, maar ging het schuil achter het droombeeld van moderniteit en consumptie-kapitalisme.

Kunstenaars hebben publiek nodig, net zoals het publiek de kunst nodig heeft. Terwijl de meesten van ons rondrennen voor hun dagelijks werk, nemen kunstenaars de tijd om stil te staan en naar hun wereld te kijken, bij uitbreiding de wereld, en daar een essentie, een artistieke vorm uit te destilleren. Door hun krachtige visie en hun ideeën kan het publiek de eigen kleine problemen in een bredere context plaatsen. De kunst is altijd verstorend geweest, verstorend in de meest plezierige betekenis. Ze zijn een luxe, een terrein waar het eigen perspectief op de wereld ongestoord bevraagd en aangepast kan worden en in die zin zijn ze absoluut noodzakelijk voor een gezonde samenleving.

Is het niet elke keer weer fascinerend om een ruimte binnen te gaan die zich langzaam vult met mensen, die vol spanning een voorstelling afwachten, een gedeelde, collectieve ervaring? Ze hebben babysitters geregeld, ze hebben geld gestoken in kaartjes en een drankje, ze zijn van hun bank opgestaan en naar het theater gekomen en het allerbelangrijkst: ze willen dit samen meemaken, er is altijd de potentie voor iets meer, iets groters dat we alleen als groep, als collectief kunnen doen.

In het samenbrengen van uiteenlopende opvattingen uit verschillende gebieden van de wereld, waaronder veel krachtige en opvallende vrouwen is het programma van Arcadia wat het hart is, misschien zelfs de ziel, voor het lichaam. Lia Rodrigues werkt met dansers uit de favelas in Rio de Janeiro en laat ze internationaal toeren, zodat ze de wereld zien en er een frisse wind laten waaien. Doris Uhlich uit Wenen, die het niet-normatieve lichaam koestert en een ontspannen choreografische houding heeft, in plaats van een dril of een training, of Cie Hiato, die naar de vrouwelijke personages kijkt uit de Griekse mythe over de mannelijke reiziger Odysseus, die voor een keer zijn mond houdt. 

Drie kunstenaars die een sterke band hebben met de randgebieden en hun specifieke smaak en die duidelijk politiek zijn, zelfs in hun eigen leven. In een tijd waarin mannen en hun logica van uitbreiding en militaristisch denken de macht hebben teruggepakt laten zulke stemmen een alternatief zien, een krachtig alternatief. Daardoor kan PAFFF een andere belofte zijn, de belofte van een elektrische schok. Niet de schok die je doodmaakt in de elektrische stoel, maar de schok die je een klap geeft als je het schrikdraad rond een weiland aanraakt – dat jeukende en ook wel opwindende gevoel van een zzzzzing.

Andere berichten deze week

Hoofdpartner Arcadia