Eva Pfannes van OOZE Architects: “Veen is een superheld.”
Watersystemen zijn vaak niet zo sexy. Denk maar eens aan een riolering of een waterzuiveringsinstallatie op een industriegebied aan de rand van de stad. Omdat deze systemen zo onzichtbaar of zelfs onaantrekkelijk zijn, denken we er volgens Eva Pfannes van OOZE architects & urbanists ook niet graag over na.
Met haar bureau brengt ze hier verandering in. Zo maakten Eva en haar partner Sylvain Hartenberg en medewerkers Hsoc Mathai George en Takuma Johnson bijvoorbeeld al een aantrekkelijk vormgegeven waterzuiveringsinstallatie op een schoolplein in Chennai in India. Hier oogt de waterinstallatie als een waterpark. “In plaats van de uitdaging van waterzuivering weg te stoppen, willen we mensen nieuwsgierig maken,” zegt ze. En het werkt: de media kwam er op af, de bewoners zijn trots en meer scholen in India willen meedoen. In het Friese veenweidegebied past OOZE hun beproefde strategie toe op de toekomstige opgaves van dit gebied.
Systeemdenken met een lokale toepassing
De strategie van OOZE kenmerkt zich door zowel grootschalig als lokaal denken. “We verbinden velden als klimaatmitigatie en -adaptie, energietransitie en nieuwe manieren van gezamenlijk beheer en eigenaarschap met elkaar en kijken naar hoe we een nieuw systeem kunnen vormgeven,” zegt Eva. “Tegelijkertijd kun je dat lokaal en speculatief toepassen met demonstratieprojecten.” Hierbij werken ze met nature-based solutions, zoals het zuiveren van water met helofytenfilters, die gemaakt zijn van moerasplanten die waterzuiverend werken.
Deze werkwijze hebben zij de afgelopen 15 jaar ontwikkeld en toegepast op verschillende stedelijke gebieden en hun wateropgaves, in India en in Brazilië. Hoewel het veenweidegebied geen stedelijk gebied is, heeft het heel veel water en hangt het volgens Eva nauw samen met de stad “omdat hier voedsel geproduceerd wordt die in steden wordt gegeten en geconsumeerd”.
Veen als superheld
Maar er zijn meer overeenkomsten tussen de projecten in India en die in Friesland. In beide gebieden is er sprake van watertekorten en watervervuiling. Waar het in de stad Chennai in India gaat om regenwateropvang, waterzuivering en beperken van overstromingsrisico’s, heeft de wateropgave in fries veenweidegebied zich door de klimaatcrisis in de laatste 5 jaar sterk verandert. Hier is ineens soms ook te weinig aan water en ook watervervuiling door stikstof. Om tot ideeën voor een systeemverandering te komen, deed OOZE eerst onderzoek naar het oorspronkelijke karakter van het veenweidegebied, om het landschap en de schaal van het landschap te begrijpen.
“Het veenweidegebied was ooit een heel groot moeras,” vertelt Eva. “Een landschap waarin de vastlegging van CO2 enorm groot is en het zuiveren van water juist sterk natuurlijk geïntegreerde processen zijn.” En de veenweide is nog steeds goed in het vasthouden van koolstof: veen houdt wereldwijd wel twee keer zoveel koolstof vast op als bos, terwijl het maar een tiende van het oppervlak beslaat van alle wereldbossen.
“Veen is een superheld,” zegt Eva. “Maar op het huidige tempo van drooglegging verdwijnt de bodem met 1 cm per jaar. Het is dus van groot belang dat we eraan werken om het vasthoudende vermogen van het veen te versterken, de koolstof in de grond te houden en niet te laten reageren met zuurstof om als tot CO2 de lucht in te gaan.”
9 transitietaken
Er zijn 9 belangrijke transitieopgaves in het Veenweidegebied: Veen (CO2 reductie en bodemdaling), waterhuishouding, vervuiling (m.n. stikstof), biodiversiteit, energietransitie, nieuwe circulaire economie, erfgoed, huisvesting en funderingsproblematiek. OOZE heeft die stapel problemen krachtig in beeld gebracht onder de naam “polycrisis pannenkoek”.
Denken in decennia
Om nieuwe duurzame systemen een kans te geven, is het volgens Eva belangrijk om onze tijdshorizon te verleggen. “Regelgevingen vanuit de overheid gaan uit van 5 of 10 jaar en politici denken vaak niet verder dan hun eigen ambtstermijn. Zo wordt bijvoorbeeld het inkomen van boeren voor de komende 10 jaar gecompenseerd. Maar boeren zijn gewend te plannen over een langer termijn van 30 of 40 jaar. Zij denken in generaties.”
Hier botst volgens haar ons politieke stelsel met duurzaam vooruit kunnen denken. “Natuurlijk zijn er meer obstakels: zoals ons economisch systeem dat gericht is op groei en onze afhankelijkheid van de globale markt.” Binnen deze complexe dynamiek vraagt OOZE zicht af: hoe kunnen we verandering teweeg brengen en welke rol kunnen creativiteit en ontwerp hierin spelen?
Samen met de provincie
Het systeemdenken, waar OOZE zo sterk in is, past perfect bij het collectieve karakter van Veenweide Atelier. Ook hebben ze zich bewezen met het creëren van aansprekende pilot- en demonstratieprojecten, die grotere veranderingen aanjagen en fysiek de veranderingen laten zien. In Friesland vindt OOZE met het Veenweide Atelier aansluiting bij een aantal bestaande pilots van de provincie in de Hegewarren polder en in Aldeboarn De Deelen.
Binnen deze pilots staan nieuwe manieren van geld verdienen centraal: vasthouden van koolstof, vastleggen van CO2, natte gewassen en een nieuwe natte gewassenketen en de schoonheid van het landschap in te zetten om middels bijvoorbeeld toerisme en huisvesting geld te kunnen verdienen. “Wij denken mee hoe deze pilots het beste ingericht kunnen worden en wat we ervan kunnen leren voor de inrichting van het gebied voor de lange termijn.”
Voorbij de pilot denken
De pilots zijn echter maar een begin, benadrukt Eva. “Wat wij spannend vinden is om een deel te worden van een groter geheel en mee te bouwen aan de toekomst.” Ze hopen dan ook de middelen en kansen te krijgen om voor langere termijn betrokken te blijven bij de pilots in het veenweidegebied. OOZE biedt daarbij geen kant-en-klare oplossingen of zekere uitkomsten. “Er zit in dit soort projecten namelijk altijd een bepaalde onzekerheid,” legt Eva uit. “Hoeveel gaat de zeespiegel nog stijgen? Hoeveel stormen krijgen we nog te verduren? Maar je kunt wel inzetten op manieren van werken, waarvan je weet dát ze tot een positieve verandering gaan leiden, en waar we bestaansmodel me kunnen bouwen.”