We geven graag het podium aan makers, mienskip, musea, of mensen met een opvallende mening. Die mening kan inspireren, relativeren en soms ook schuren. En dat is oké.
“Laat de Tweede Kamer direct beginnen met echte burgerinspraak over het klimaat.” Dat schrijven Roebyem Anders en Matthea de Jong van Bureau Burgerberaad. Hun ingezonden brief naar dagblad Trouw was een oproep tot een nieuwe uitwerking van de democratie. Wij ontvingen de brief om hier te delen.
Door Roebyem Anders en Matthea de Jong
“U zult begrijpen dat ik geen geloofwaardig onderdeel kan zijn van een kabinet dat geen dramatische en ultieme versnelling inzet in de Nederlandse klimaatpolitiek.” Deze hartenkreet – of wanhoopskreet – van Sigrid Kaag tijdens de HJ Schoo-lezing bewijst niet alleen dat klimaatbeleid het grote breekpunt is in de formatie. Het bewijst ook hoe hard Nederland een Burgerberaad voor het Klimaat nodig heeft. Daarin kunnen inwoners met hulp van wetenschappers en experts voorstellen doen voor beleid. Ervaringen in andere landen laten zien dat dit de politieke impasse rond klimaatbeleid kan doorbreken en tot een doortastende en breedgedragen aanpak kan leiden.
Wij kunnen niet langer wachten tot zo’n Burgerberaad in een regeerakkoord wordt opgenomen. Daarvoor wordt al sinds de verkiezingen gepleit door de coalitie Bureau Burgerberaad Klimaat en Milieu, een manifest dat wij mede hebben opgesteld. De formatie kan zich nog maanden voortslepen, of zelfs een nieuwe verkiezing vergen: tijd waarin de klimaattijdbom doortikt.
Daarom vragen we de leden van de Tweede Kamer zo snel mogelijk een motie in te dienen voor de oprichting van een Burgerberaad voor het Klimaat. Er is geen reden om langer te wachten: in 2020 stemden 127 van de 150 Kamerleden in met een motie om het nut van zo’n Burgerberaad te onderzoeken. Onder meer D66, CDA en GroenLinks pleitten in het verkiezingsprogramma voor burgerberaden. En ook de VVD wil dat burgers ‘die te maken hebben met de uitvoering van beleid’ worden betrokken ‘bij het opstellen van dat beleid’.
Kansrijke aanvulling op onze representatieve democratie
Begin dit jaar concludeerde de commissie-Brenninkmeijer dat een Burgerberaad voor het Klimaat een krachtig instrument is om in samenwerking met de politiek tot een effectief klimaatbeleid te komen. Staatssecretaris van economische zaken en klimaat Dilan Yesilgöz-Zegerius constateerde dat burgerberaden ‘onder bepaalde randvoorwaarden een kansrijke aanvulling op onze representatieve democratie’ zijn. Gezien dit brede draagvlak houdt niets de Tweede Kamer tegen om vandaag nog zo’n Burgerberaad af te dwingen.
Hoe helpt dit om de huidige patstelling te doorbreken? Een Burgerberaad voor het Klimaat bestaat uit 150 burgers, samengesteld door loting, die een eerlijke afspiegeling van de maatschappij vormen. Het doel is om uit de kennis, inzichten en creativiteit van een brede dwarsdoorsnee van de bevolking te putten om tot een breed gedragen advies over de invulling van klimaatdoelen te komen.
Dit gebeurt niet op de achterkant van een bierviltje. Deelnemers aan het Burgerberaad, ondersteund met expertise, worden gedwongen om harde afwegingen te maken en hun eigen aannames ter discussie te stellen. Ze ervaren aan den lijve hoe moeilijk het is om tot een klimaatbeleid te komen dat recht doet aan alle belangen. Het maakt hun advies des te waardevoller.
Kansrijke maatregelen aangeboden op een presenteerblaadje
Het is wel cruciaal dat de politiek zich op voorhand vastlegt om de voorstellen van het Burgerberaad uit te voeren. En waarom zouden politici dat niet doen? Dankzij het voorwerk door het Burgerberaad voor het Klimaat krijgen beleidsmakers op een presenteerblaadje aangeboden welke maatregelen maatschappelijk kansrijk zijn.
Voor de duidelijkheid: politici gaan over klimaatdoelen. Maar het Burgerberaad kan een krachtige gids zijn om te bepalen met welke maatregelen die klimaatambities het beste – en met de minste maatschappelijke weerstand – kunnen worden gehaald. Dat is ook precies de reden om juist nu vaart te maken met de opzet van een Burgerberaad.
De huidige politieke impasse wordt grotendeels veroorzaakt door grove inschattingen over waar de Nederlandse bevolking al dan niet klaar voor is als het gaat om klimaatmaatregelen. Een goed doordacht advies van het Burgerberaad voor het Klimaat kan een einde maken aan dit giswerk, en de route wijzen naar brede politieke overeenstemming over klimaatbeleid.