17 mei —
24 aug 2025

Zonder sociale partners geen inclusieve mienskip

Geke Walsma is coördinator van het Social Design-programma van Arcadia. Haar doel: het stimuleren van creatieve interactie tussen sociale partners, hun deelnemers en artistieke kunstenaars. Samen met een kunstenaar maken deelnemers iets nieuws, passend bij hun talenten en interesses. Het…

12 augustus 2025

Geke Walsma is coördinator van het Social Design-programma van Arcadia. Haar doel: het stimuleren van creatieve interactie tussen sociale partners, hun deelnemers en artistieke kunstenaars. Samen met een kunstenaar maken deelnemers iets nieuws, passend bij hun talenten en interesses. Het resultaat? Dat zien bezoekers overal om zich heen in Bouwurk, van de kussens en houten bomen tot de afvalbakken en keukenschorten. Geke vertelt over het belang van actieve cultuurparticipatie voor íédereen in de mienskip.

Een generalist met een missie

Geke Walsma noemt zichzelf een generalist. Na haar studie Internationale Betrekkingen en internationale omzwervingen, kwam ze terecht bij de Provincie Fryslân. “Een klusje van een half jaar veranderde uiteindelijk in 25 jaar.” De rode draad in haar carrière is dat ze integraal werkt op het thema gezondheidszorg.

Die brede blik bleek waardevol toen ze in 2021 startte als coördinator Social Design bij interdisciplinair (podium)kunstfestival Welcome to The Village. Nadat dit festival in 2023 stopte, vond dit Social Design-programma een nieuw cultureel thuis bij Arcadia. “Dat was logisch, omdat Arcadia ook draait om de mienskip. Via dit programma geven we meer mensen een creatieve stem en plek in het programma van Arcadia.”

Bouwurk als canvas

Geke werkt bij Social Design samen met elf sociale partners. Ieder leverde een bijdrage aan Bouwurk die bij hen paste. Leerlingen van Piter Jelles De Brêge maakten samen met ontwerper Sibe Jan Kramer stoere, felgele krukken voor de Maakruimte. Leerlingen van het Vak C van de Burgemeester Harmsmaschool bouwden een muzikaal carillon van metalen scheppen. Huis voor Jongeren van Wender maakte met kunstenaar Marsja van der Ven artistieke afvalbakken van gerecycled materiaal. Bij Wender Skrep toverden ze oude cd’s om tot discoballen voor de Silent Disco. Deelnemers van Niemand aan de Zijlijn maakten samen met CP Berbée keukenschorten van gerecycled leer. Bij De Verkleedkoffer van Alliade werden riemen van oude jeans gemaakt voor de groenvrijwilligers. Kunstenaars met een beperking van Smoel ontwierpen samen met Machiel Braaksma drie houten bomen, en met Juliet Ypma lampen voor het podium. Deelnemers van L.A.P. Atelier van Fier naaiden kussens voor in de Oase.

Meedoen is meervoud

Voor elk van deze samenwerkingen ziet ‘meedoen’ er net wat anders uit. “Iedereen doet mee op een manier die past bij de behoeftes en talenten van de doelgroep. Met sommige partners werkten we samen aan locatievormgeving, dus de aankleding en het interieur van Bouwurk. Ik voerde hiervoor eerst gesprekken met de partners over wat hun deelnemers kunnen en willen. Daarna stemde ik af met de Arcadia-collega’s wat er nodig was. Uiteindelijk maakten de deelnemers dan in hun eigen organisatie deze objecten, en gaven wij ze hun plekje in Bouwurk.” Op deze manier maken de deelnemers nieuwe dingen, wat hun creativiteit stimuleert. “Het maakt ze ook trots, om de vruchten van hun harde werk uiteindelijk te bewonderen in Bouwurk.”

“Sommige deelnemers hebben ook behoefte aan een creatiever proces onder leiding van een kunstenaar. Hen bieden we een verdiepingsprogramma aan, gericht op co-creatie. Onder begeleiding van een kunstenaar duiken deelnemers in een maakproces dat hen uitdaagt én nieuwe dingen leert.” De aanwezigheid van een kunstenaar voegt iets wezenlijks toe aan het samen maken. “Hij of zij stelt vaak andere vragen en zet zo de deelnemers aan het denken. Het geeft soms begeleiders ook weer een nieuw beeld van hun cliënten. De deelnemers worden op hun beurt creatief uitgedaagd en tillen hun artistieke vaardigheden naar een nieuw niveau.”

Drie-eenheid voor succes

De drie-eenheid van deelnemer, kunstenaar en begeleider is hierbij essentieel. “Als de begeleider de behoeftes, talenten en beperkingen van zijn deelnemers goed kent, kan hij dit goed afstemmen met de kunstenaar. De kunstenaar moet goed kunnen aansluiten bij wat de begeleiders vertellen over de behoeftes. Als deze onderlinge klik werkt en er wederzijds vertrouwen is, zorgt deze synergie voor de beste ervaring van de deelnemers. Zo kunnen ze echt samen genieten van het maakproces. Het resultaat is dan vaak hartverwarmend.”

Als voorbeeld noemt Geke de samenwerking met Aylva State, een verpleeghuis. Muzikant Sake Hijlkema sprak hier ouderen over hun levensverhaal en maakte daar liedjes van. Met titels als Bern, Heit & Mem en Musyk laten deze zien wat belangrijk is voor de ouderen. Na drie oefensessies met Sake zingen bewoners deze nummers nu tijdens het wekelijkse zanguur. “De bewoners waren hartstikke enthousiast. ‘Do dochst it sa leuk!’, zei een van de bewoonsters telkens tegen Sake. Sake en de activiteitenbegeleider vonden het ook een prachtproject.”

Voor alle samenwerkingen geldt dat niet alleen het maakproces en het artistieke resultaat belangrijk is. Het sociale aspect voor de deelnemers is minstens even belangrijk. Zij komen zo in aanraking met een creatief-artistieke bubbel, wat soms een ver-van-hun-bed-show is. Ook spreken ze met nieuwe mensen. “Ik zie daarnaast dat de overleggen met alle sociale partners samen, waardevol zijn. We leren van elkaar en er ontstaan weer nieuwe kruisbestuivingen.”

Symbiose met potentie

“Het is bewezen dat de samenwerking tussen kunst en het sociaal domein en de zorg echt bijdragen aan het welzijn van de deelnemers. Het verlaagt drempels om aan cultuur deel te nemen. Zo voelen mensen zich meer verbonden met de samenleving. Deze synergie werkt mede doordat beide domeinen zich flexibel kunnen opstellen. En vanwege de intrinsieke motivatie binnen het sociale domein en de cultuur. Zij zien beide de meerwaarde van kunst en cultuur voor deze doelgroepen.”

Maar deze synergie is niet altijd vanzelfsprekend. “De crux is dat je bij deze doelgroepen meer tijd nodig hebt voor het hele maakproces. De culturele sector geeft deze extra tijd vaak nog niet.” Ook is het belangrijk om te beseffen hoe de relatie tussen de sociale partners en hun doelgroep is. “Sommige van onze partners hebben elke keer dezelfde groep, een stabiele harde kern. Maar sommige partners  hebben een hoger verloop van deelnemers. Dan weet je niet of de mensen die bij je eerste creatieve sessie waren, ook bij de tweede komen. Dat kan soms extra uitdagingen geven in het maakproces.”

Toekomstvisie

Wat Geke hoopt dat bezoekers aan Bouwurk zich beseffen? “Het mooie aan Bouwurk is dat het echt een mienskipshûs is, vol creatieve interactie. Als je hier rondloopt, zie je van alles naast elkaar. Kunst van gerenommeerde internationale kunstenaars staat naast de creatieve projecten die gemaakt zijn door één van onze sociale partners.

Ondertussen smeedt Geke al volop plannen richting Arcadia 2028. Maar ze wijst ook op het grotere plaatje. “De samenwerking tussen sociale partners, hun deelnemers en de culturele sector kan prachtig zijn. Actieve cultuurparticipatie kan hierin een fabeltastiche manier zijn voor een inclusieve samenleving. En daarvoor is een duurzame samenwerking en financiering nodig. Het werkt alleen als de sectoren zelf, het rijk, gemeenten en andere financiers de waarde ook inzien. We moeten samen integraal denken om de kansen die er liggen te grijpen.”

Het Social Design programma van Arcadia wordt mede mogelijk gemaakt door Vriendenloterij Fonds, Fonds voor Cultuurparticipatie en Het Nieuwe Stads Weeshuis.

Andere berichten deze week