De Libanees-Nederlandse kunstenaar Mounira al Solh werd geboren in Beiroet, groeide op tijdens de Libanese Burgeroorlog, en daarmee in een constante sfeer van geweld en gevaar die het dagelijks leven sterk beïnvloedde. Zoals ze zelf ooit zei: “Opgroeien in de oorlog draait niet om analyseren; het gaat vooral om overleven.” In haar tekeningen, schilderijen en installaties komen grote thema’s aan bod, zoals migratie, vrouwenrechten, het doorbreken van traditionele rolpatronen, identiteit en geloof. Daarbij draait het voor Al Solh uiteindelijk altijd om verbinding: mensen bij elkaar brengen, samen iets nieuws en positiefs in gang te zetten. Dat geldt ook voor het dubbelwerk in Paradys. De film en de geborduurde doeken, die worden getoond in H47, gaan over de rijke, mythische geschiedenis van de Libanese ceder – de boom die in de vlag staat van Libanon en daarmee symbool is voor verbinding, in een land dat al zo lang in het teken staat van oorlog en vernietiging. Als supplement bij de film gaat Al Solh tijdens Paradys, samen met een groep nieuwkomers, ook in Leeuwarden een jonge Libanese ceder planten – een nieuwe boom, zowel symbool van het verlangen naar een nieuwe toekomst, als voor de nieuwe verbinding met deze nieuwe plek waar ze nog lang hopen te blijven en aan bij te dragen.